Siri op je Mac gebruiken
Siri op de Mac kan je helpen bij alledaagse taken, het snel zoeken naar antwoorden en informatie, het afspelen van muziek en nog veel meer. Je kunt Siri van alles vragen, van "Plan een afspraak om negen uur" tot "Wat was de uitslag van de wedstrijd van gisteren?". Siri staat altijd klaar om je te helpen.
Siri kan in bepaalde apps suggesties geven voordat je zelfs maar iets hebt gevraagd. Wanneer je bijvoorbeeld een uitnodiging ontvangt in Mail of een vlucht boekt in Safari, vraagt Siri of het item moet worden toegevoegd aan je agenda. Als je webpagina's aan het bekijken bent, kan Siri verwante webpagina's voorstellen.
Siri inschakelen
Siri is mogelijk al ingeschakeld wanneer je de Mac voor het eerst configureert.
Kies op de Mac Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren' en klik op 'Siri'.
Selecteer 'Activeer Vraag het aan Siri', als dit nog niet is ingeschakeld, en klik vervolgens op 'Schakel in'.
Als je wordt gevraagd of je Siri en de dicteerfunctie wilt verbeteren, voer je een van de volgende stappen uit:
Audio-opnamen delen: Klik op 'Deel audio-opnamen' om Apple toe te staan om audio van je interacties met Siri en de dicteerfunctie op deze Mac te bewaren. Apple kan een deel van de bewaarde audio mogelijk beoordelen.
Audio-opnamen niet delen: Klik op 'Niet nu'.
Als je later van gedachten verandert en audio-opnamen wilt delen of wilt stoppen met delen, schakel je het aankruisvak 'Verbeter Siri en de dicteerfunctie' in of uit in het gedeelte 'Analyse en verbeteringen' in het paneel 'Privacy' van Systeemvoorkeuren. Zie Systeemvoorkeuren in het paneel 'Privacy' wijzigen.
Opmerking: Je kunt audio-opnamen desgewenst verwijderen van de Apple servers. Zie Geschiedenis voor Siri en de dicteerfunctie verwijderen.
Voer een of meer van de volgende stappen uit:
"Hé, Siri" gebruiken: Als je Mac of gekoppelde AirPods dit ondersteunen, schakel je het aankruisvak 'Luister naar 'Hé, Siri'' in zodat je Siri kunt activeren door "Hé, Siri" te zeggen. Wanneer je dit inschakelt, kun je ook het aankruisvak 'Sta Siri toe bij vergrendeling' inschakelen zodat je Siri kunt gebruiken wanneer de Mac is vergrendeld of in de sluimerstand staat.
Een toetscombinatie instellen: Klik op het venstermenu 'Toetscombinatie' en kies een andere toetscombinatie of maak er zelf een aan voor het activeren van Siri. De standaardinstelling om Siri iets te vragen, is het tegelijk indrukken van de Command-toets en de spatiebalk.
Aangeven hoe Siri communiceert: Klik op het venstermenu 'Taal' en kies een taal. Klik op het venstermenu 'Siri-stem' en kies het geslacht (en eventueel het dialect) voor de Siri-stem.
Siri stilhouden: Klik op 'Uit' naast 'Gesproken feedback'. Hiermee wordt het antwoord van Siri alleen weergegeven in het Siri-venster en niet uitgesproken.
Siri in de menubalk zetten: Schakel het aankruisvak 'Toon Siri in menubalk' in.
Vraag het aan Siri
Om iets te vragen aan Siri op je Mac, ga je op een van de volgende manieren te werk:
Klik op het Siri-symbool in de menubalk (of gebruik de Touch Bar).
Als je Mac dit ondersteunt, zeg je "Hé, Siri". Je draagbare computer moet geopend zijn om 'Hé, Siri' te kunnen gebruiken.
Als Siri niet reageert, open je het paneel 'Siri' in Systeemvoorkeuren en controleer je of 'Luister naar 'Hé, Siri'' is ingeschakeld. Je kunt 'Hé, Siri' ook gebruiken wanneer je ondersteunde Mac is vergrendeld of in de sluimerstand staat.
Als je verbonden AirPods of ondersteunde koptelefoon dit ondersteunen, zeg je "Hé, Siri".
Als Siri niet reageert, open je het paneel 'Siri' in Systeemvoorkeuren en controleer je of 'Luister naar "Hé, Siri" op AirPods' is ingeschakeld. Je kunt 'Hé, Siri' ook gebruiken wanneer je Mac vergrendeld is.
Zie het Apple Support-artikel Apparaten die 'Hé, Siri' ondersteunen om te controleren of je 'Hé, Siri' kunt gebruiken op je apparaat.
Tip: Wanneer je Siri gebruikt, worden gegevens van je apparaat naar Apple gestuurd, zoals je naam en bijnaam of de namen en bijnamen van je contactpersonen (als je die aan Contacten hebt toegevoegd). Dit wordt gedaan zodat Siri beter kan begrijpen en herkennen wat je zegt. Je kunt het uitproberen door "Hoe heet ik?" te vragen. Als je bijvoorbeeld een werkadres hebt toegevoegd, kan Siri je eraan herinneren boodschappen te doen als je klaar bent met werken.
Manieren om Siri te gebruiken
Je kunt Siri gebruiken om snel antwoord op een vraag te krijgen (zeg bijvoorbeeld iets als "Hoe wordt het weer morgen?") of om een taak uit te voeren, zoals 'Niet storen' inschakelen.
Stel op je Mac een vraag aan Siri of geef opdracht om een taak uit te voeren.
Enkele voorbeelden:
Zeg bijvoorbeeld | Beschrijving |
---|---|
"Open Notities." | Siri opent razendsnel de app Notities voor je. |
"Toon mijn wachtwoorden." | Siri opent het paneel 'Wachtwoorden' in Safari op je Mac. |
"Maak een notitie" en dicteer vervolgens wat je wilt schrijven. | Laat Siri een notitie of e-mail voor je schrijven. |
"Plan een afspraak voor vandaag om drie uur." | Laat Siri een vergadering voor je plannen. |
""Waar is de dichtstbijzijnde supermarkt?" of "Hoe wordt het weer morgen?" | Als locatievoorzieningen zijn ingeschakeld in het voorkeurenpaneel 'Privacy', kan Siri je informatie geven op basis van je huidige locatie of kaarten toevoegen om meer details te verstrekken. |
"Zoek bestanden die ik vorige week heb aangemaakt die 'conferentie' bevatten." | Je kunt snel het gewenste bestand vinden door Siri te laten zoeken naar bestanden die op een bepaalde datum zijn aangemaakt of die exact de opgegeven tekst bevatten. |
"Maak het scherm lichter" of "Open de voorkeuren voor Night Shift". | Siri kan automatisch bepaalde voorkeuren wijzigen of een voorkeurenpaneel voor je openen. |
"Ping mijn iPhone." | Siri kan je helpen je apparaten terug te vinden met Zoek mijn. |
"Hoe snel is mijn Mac?" of "Hoeveel vrije ruimte heb ik?" | Siri kan je informatie geven over je apparaat. |
Tip: Vraag Siri "Wat kun je doen?" of klik op de knop met het vraagteken in het Siri-venster voor nog meer tips hoe Siri je kan helpen.
Als je vragen liever typt in plaats van uit te spreken, kun je 'Typ vragen aan Siri' inschakelen. Zie Siri-voorkeuren in het paneel 'Toegankelijkheid' wijzigen.
Als het Siri-venster niet automatisch wordt gesloten, kun je dat zelf doen door naar rechts te vegen op het trackpad of door op de sluitknop te klikken.
Siri-resultaten gebruiken
Je kunt resultaten van Siri binnen handbereik houden in het berichtencentrum of gebruiken in e-mails of documenten.
Ga op de Mac als volgt te werk:
Resultaten vastmaken aan het berichtencentrum: Als je in de rechterbovenhoek van de resultaten een knop met een plusteken ziet, klik je daarop om de resultaten toe te voegen aan de weergave 'Vandaag' in het berichtencentrum.
De resultaten blijven dan in het berichtencentrum staan en worden automatisch bijgewerkt totdat je ze verwijdert. Je kunt allerlei soorten resultaten vastmaken, zoals aandelenkoersen, trainingsschema's en nog veel meer.
Een resultaat openen: Klik dubbel op een webpagina om deze te openen in Safari, of klik dubbel op een bestand of document om dit in de juiste app te openen op je Mac. Je kunt ook met extra druk klikken op een resultaat om een voorvertoning te bekijken in een venster van Snelle weergave.
Een resultaat gebruiken of bewaren: Je kunt afbeeldingen of locaties toevoegen aan een e-mail of document of aan het bureaublad door ze daarnaartoe te slepen. (Tekst kun je ook kopiëren of plakken.)
Siri uitschakelen
Kies op de Mac Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren' en klik op 'Siri'.
Schakel het aankruisvak 'Activeer Vraag het aan Siri' uit.
Siri maakt gebruik van locatievoorzieningen om informatie, voorzieningen en functies aan te bieden die relevant zijn voor je locatie. Je kunt dit ook uitschakelen. Zie Opgeven welke apps op de Mac toegang hebben tot je locatie.
Je kunt Siri op de Mac ook gebruiken om lampen en andere accessoires thuis te bedienen. Zie Je woning bedienen met Siri en het Apple Support-artikel Uw woning bedienen met Siri.